Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik chemotherapie krijg, maar geen hormoonkuur volg?

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik chemotherapie krijg, maar geen hormoonkuur volg?

Een van de bijwerkingen van chemotherapie is dat uw eierstokken gedeeltelijk worden vernietigd. Die ovariële toxiciteit vertaalt zich in amenorroe (uitblijven van menstruatie) en symptomen van de menopauze (warmteopwellingen, vaginale droogheid, enz.).

Bij de meeste vrouwen jonger dan 40 jaar schieten de eierstokken na enkele maanden of jaren geleidelijk weer in gang. Vaak is de menstruatiecyclus aanvankelijk ietwat wanordelijk en onregelmatig, maar langzaamaan wordt de cyclus steeds regelmatiger.

Hoe jonger u bent, hoe meer kans u hebt dat uw menstruatiecyclus zich herstelt en hoe korter de wachttijd is tussen de afloop van de chemotherapie en uw eerste menstruatie.
Er bestaat tot op heden geen enkele betrouwbare test waarmee u het tijdstip van uw eerste menstruatie kunt voorspellen. Na enkele maanden is het wel mogelijk om uw ovariële reserve te laten testen om de gevolgen van de behandelingen voor uw eierstokken en het risico van prematuur ovarieel falen te beoordelen.
Opgelet: u krijgt mogelijk een eisprong alvorens opnieuw ongesteld te worden. Ondanks het uitblijven van uw menstruatie, kunt u bijgevolg zwanger raken of zelfs al zwanger zijn.

Als u momenteel niet zwanger wenst te raken, raadpleeg dan uw arts om een voorbehoedsmiddel te kiezen.

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik geen chemotherapie kreeg en geen hormoonkuur volg?

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik geen chemotherapie kreeg en geen hormoonkuur volg?

In principe is uw menstruatiecyclus niet verstoord.
Door de emotionele schok en de chirurgische ingreep kan uw cyclus echter tijdelijk verstoord zijn, waardoor u te vroeg, te laat, heviger of minder hevig dan gewoonlijk ongesteld wordt.

Daarnaast hebt u mogelijk last van ‘spotting’, hetzij licht bruinverlies dat even aanhoudt. U hoeft zich daarover geen zorgen te maken. In principe komt uw cyclus vanzelf weer in orde binnen ongeveer 3 maanden.
Vergeet echter niet te controleren of u misschien zwanger bent. Om te vermijden dat u te snel na uw behandeling zwanger raakt, is het aangeraden om contraceptie toe te passen.

Als u momenteel geen contraceptie toepast of uw menstruatiecyclus verstoord is, praat er dan over met uw gynaecoloog.

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik geen chemotherapie krijg, maar een hormoonkuur van Tamoxifen volg?

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik geen chemotherapie krijg, maar een hormoonkuur van Tamoxifen volg?

Tamoxifen stimuleert de eierstokken en kan soms een ‘supereisprong’ of eierstokcystes in de hand werken. Die cystes zijn niet kankerachtig en vormen geen risico voor uw gezondheid (ze vergroten de kans op kankerrecidief niet), maar kunnen soms pijn in de onderbuik veroorzaken. Na enkele dagen of weken verdwijnen ze vanzelf.
Raadpleeg uw gynaecoloog als de pijn te hevig is, lang aanhoudt of te vaak voorkomt.

Als u Tamoxifen inneemt, is uw menstruatiecyclus mogelijk verstoord of onbestaand. De baarmoeder reageert immers niet naar behoren op de stimulaties van ovariële hormonen (oestrogenen en progesteron). Gewoonlijk herstelt de menstruatiecyclus zich na afloop van de behandeling met Tamoxifen, soms zelfs eerder.

Als u Tamoxifen inneemt, loopt u veel kans om zwanger te raken, zelfs al bent u ontregeld. Er werd bij vrouwen die zwanger raakten tijdens de behandeling echter een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij het kind vastgesteld. Het is dus belangrijk om een contraceptiemethode toe te passen tijdens de behandeling en tot 3 maanden na afloop van de behandeling.

Als u momenteel geen voorbehoedsmiddel hebt, praat er dan over met uw arts.

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik geen chemotherapie krijg en een hormoonkuur van Tamoxifen en Zoladex volg?

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik geen chemotherapie krijg en een hormoonkuur van Tamoxifen en Zoladex volg?

Door de Zoladex-inspuitingen worden de eierstokken lamgelegd en komt u in een amenorroe-toestand (uitblijven van menstruatie). Deze behandeling is contraceptief.
Enkele dagen na de eerste inspuiting hebben sommige vrouwen echter in zeer licht mate bloedverlies. Dit verdwijnt gewoonlijk na de volgende inspuitingen.

Zodra de Zoladex-behandeling is afgelopen, treden uw eierstokken redelijk snel weer in werking en wordt u opnieuw ongesteld. Als u Tamoxifen echter afzonderlijk blijft innemen, wordt u ongetwijfeld zeer onregelmatig en soms zelfs lange tijd niet ongesteld (zie ‘Opnieuw ongesteld zonder chemotherapie, maar met hormoonkuur van Tamoxifen’).

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik chemotherapie krijg en een hormoonkuur van Tamoxifen volg?

Wanneer word ik opnieuw ongesteld als ik chemotherapie krijg en een hormoonkuur van Tamoxifen volg?

Naast de ontregelde menstruatiecyclus ten gevolge van chemotherapie (zie pagina ‘Opnieuw ongesteld met chemotherapie, maar zonder hormoonkuur’), wordt de frequentie van de menstruatie onder invloed van de hormoonkuur gewijzigd.

Tamoxifen stimuleert de eierstukken en zorgt er mogelijk voor dat ze sneller weer in gang schieten na chemotherapie. Daarnaast heeft het hormoon een invloed op de baarmoeder, die niet langer naar behoren op de ovariële hormonen – hetzij oestrogenen en progesteron – reageert.
Dit verklaart het uitblijven van de menstruatie of een zeer onregelmatige menstruatiecyclus.

Aangezien Tamoxifen de eierstokken stimuleert, kunt u ondanks het uitblijven van de menstruatie of een onregelmatige menstruatiecyclus toch zwanger raken. Het uitblijven van de menstruatie kan ook op een zwangerschap duiden. Er werd bij vrouwen die zwanger raakten tijdens de behandeling echter een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij het kind vastgesteld. Het is dus belangrijk om een contraceptiemethode toe te passen tijdens de behandeling en tot 3 maanden na afloop van de behandeling.

Als u momenteel geen contraceptie toepast, vraag dan uw arts om advies.

Hoe uw ovariële reserve laten testen?

Check-up van ovariële reserve

De ovariële reserve slinkt naarmate men ouder wordt. Die reserve kan in belangrijke mate beïnvloed worden door behandelingen als chemotherapie, die onvruchtbaarheid of een vroegtijdige ovariële insufficiëntie kunnen veroorzaken. De ovariële reserve kan via een bloedafname worden getest. Tijdens die bloedafname wordt de concentratie van bepaalde hormonen gemeten. Die hormoonmetingen kunnen op verschillende momenten in de menstruatiecyclus worden uitgevoerd. In het begin van de cyclus kan bijvoorbeeld de aanwezige concentratie van het follikelstimulerende hormoon (FSH) en van oestradiol of van het anti-Müller-hormoon (AMH) worden bepaald.
Die hormonen verschaffen een hoop informatie over uw follikelvoorraad, het risico op onvruchtbaarheid als gevolg van de behandelingen, de kans om spontaan zwanger te raken na de behandelingen of de eventuele behoefte aan een medisch begeleide voortplantingsbehandeling.

De ovariële reserve kan nog nauwkeuriger worden getest met behulp van een vaginale echografie. Hierbij wordt het aantal follikel(s) op elke eierstok op een gegeven ogenblik in de menstruatiecyclus opgemeten (antrale follikelmeting of AFC).

Wat is de ovariële reserve?

De ovariële voorraad

Het aantal onrijpe voortplantingscellen (eicellen) in de eierstokken wordt bij de geboorte bepaald. Die onrijpe cellen vormen de ovariële reserve. In de pubertijd is die voorraad al aardig geslonken onder invloed van een natuurlijk degeneratieproces. Dit proces duurt tot aan de menupauze. De ovariële reserve slinkt dus op natuurlijke wijze naarmate men ouder wordt. De reserve kan ook vroegtijdig worden vernietigd onder invloed van schadelijke producten, zoals chemotherapie.
Zodra de ovariële reserve ontoereikend wordt, belandt een vrouw in de amenorroe (uitblijven van menstruatiecyclus en bijgevolg van ongesteldheid).

Wat is de eisprong?

De eisprong

Rond de 12e dag van de menstruatiecyclus, zodra een dominante follikel met daarin een eicel tot rijping komt, stuurt die een signaal naar het brein om een LH-piek uit te lokken (luteïniserend hormoon).

Na de secretiepiek van LH is de eicel quasi rijp. Ongeveer 36 uur na de LH-piek wordt de eicel door de follikel ter hoogte van de ingang van de eileiders (ook wel tubaire opening genoemd) afgestoten. Dit proces gaat gepaard met een lichte verhoging van de lichaamstemperatuur (+0,5 graden). De met cumuluscellen omringde eicel begint aan haar reis door de eileiders naar de baarmoeder. Ze blijft slechts ca. 24 uur in leven (in tegenstelling tot de zaadcellen, die 3 tot 5 dagen kunnen overleven) en moet nog voor haar aankomst in de baarmoeder worden bevrucht om een zwangerschap op te wekken.

Wat is de folliculaire fase?

De folliculaire fase

De ‘folliculaire fase’ komt overeen met het eerste deel van de menstruatiecyclus en begint op de eerste dag van de menstruatie.
Dankzij de afscheiding door de hypofyse (klier ter hoogte van het brein) van een ‘follikelstimulerend hormoon’ met de naam ‘FSH’, worden meerdere onrijpe follikels die eicellen bevatten ‘gestimuleerd’ om te groeien.

Na ca. een week wordt de grootste follikel uitgekozen voor de eisprong. Dit wordt de dominante follikel genoemd. Onder invloed van het FSH-hormoon groeit deze follikel verder en scheidt hij steroïdehormonen (voornamelijk oestrogenen) af. Onder invloed van de oestrogenen dikt het baarmoederslijmvlies (endometrium) – dat tijdens de menstruatie in het begin van de cyclus werd afgebroken – opnieuw aan ter voorbereiding van een eventuele zwangerschap.

Daarnaast zorgen de oestrogenen voor een verhoogde slijmafscheiding ter hoogte van de baarmoederhals (baarmoederslijm), waardoor zaadcellen zich tijdens de vruchtbaarste periode van de vrouw (vlak voor de eisprong) beter kunnen voortbewegen.

Aan het eind van de folliculaire fase, rond de 14e dag, stoot de follikel die tot rijping komt een eicel (oöcyt) af, die de eierstok vervolgens verlaat om eventueel bevrucht te worden in de eileiders alvorens die in de baarmoeder terechtkomt. Dit heet de eisprong.

Wat is de menstruatiecyclus?

De menstruatiecyclus

Vanaf de pubertijd krijgen vrouwen menstruatiecycli om een eicel af te stoten (eisprong), die vervolgens kan worden bevrucht. De menstruatiecyclus volgt het ritme van de ongesteldheid (of menstruatie), die gemiddeld om de 28 dagen optreedt. De ongesteldheid duidt het begin van een nieuwe cyclus aan. De eerste dag van de ongesteldheid wordt als de eerste dag van de menstruatiecyclus (dag 1) beschouwd.
Gewoonlijk vindt de eisprong in de helft van de cyclus (rond de 14e dag) plaats. De eisprong vormt de overgang tussen het eerste deel van de cyclus, de ‘folliculaire fase’, en het tweede deel van de cyclus, hetzij de ‘luteale fase’.

Tijdens de folliculaire fase wordt de af te stoten eicel uitgekozen en voorbereid. Tijdens de luteale fase wordt de inplanting (of innesteling) van het embryo gewaarborgd, op voorwaarde dat de eicel door een zaadcel werd bevrucht.
Die twee fasen kenmerken zich door een specifieke hormonale verhouding, die vanuit het brein wordt aangestuurd.

?>