Category Archives: Algemene vragen

Hoe uw ovariële reserve laten testen?

Check-up van ovariële reserve

De ovariële reserve slinkt naarmate men ouder wordt. Die reserve kan in belangrijke mate beïnvloed worden door behandelingen als chemotherapie, die onvruchtbaarheid of een vroegtijdige ovariële insufficiëntie kunnen veroorzaken. De ovariële reserve kan via een bloedafname worden getest. Tijdens die bloedafname wordt de concentratie van bepaalde hormonen gemeten. Die hormoonmetingen kunnen op verschillende momenten in de menstruatiecyclus worden uitgevoerd. In het begin van de cyclus kan bijvoorbeeld de aanwezige concentratie van het follikelstimulerende hormoon (FSH) en van oestradiol of van het anti-Müller-hormoon (AMH) worden bepaald.
Die hormonen verschaffen een hoop informatie over uw follikelvoorraad, het risico op onvruchtbaarheid als gevolg van de behandelingen, de kans om spontaan zwanger te raken na de behandelingen of de eventuele behoefte aan een medisch begeleide voortplantingsbehandeling.

De ovariële reserve kan nog nauwkeuriger worden getest met behulp van een vaginale echografie. Hierbij wordt het aantal follikel(s) op elke eierstok op een gegeven ogenblik in de menstruatiecyclus opgemeten (antrale follikelmeting of AFC).

Wat is de ovariële reserve?

De ovariële voorraad

Het aantal onrijpe voortplantingscellen (eicellen) in de eierstokken wordt bij de geboorte bepaald. Die onrijpe cellen vormen de ovariële reserve. In de pubertijd is die voorraad al aardig geslonken onder invloed van een natuurlijk degeneratieproces. Dit proces duurt tot aan de menupauze. De ovariële reserve slinkt dus op natuurlijke wijze naarmate men ouder wordt. De reserve kan ook vroegtijdig worden vernietigd onder invloed van schadelijke producten, zoals chemotherapie.
Zodra de ovariële reserve ontoereikend wordt, belandt een vrouw in de amenorroe (uitblijven van menstruatiecyclus en bijgevolg van ongesteldheid).

Wat is de eisprong?

De eisprong

Rond de 12e dag van de menstruatiecyclus, zodra een dominante follikel met daarin een eicel tot rijping komt, stuurt die een signaal naar het brein om een LH-piek uit te lokken (luteïniserend hormoon).

Na de secretiepiek van LH is de eicel quasi rijp. Ongeveer 36 uur na de LH-piek wordt de eicel door de follikel ter hoogte van de ingang van de eileiders (ook wel tubaire opening genoemd) afgestoten. Dit proces gaat gepaard met een lichte verhoging van de lichaamstemperatuur (+0,5 graden). De met cumuluscellen omringde eicel begint aan haar reis door de eileiders naar de baarmoeder. Ze blijft slechts ca. 24 uur in leven (in tegenstelling tot de zaadcellen, die 3 tot 5 dagen kunnen overleven) en moet nog voor haar aankomst in de baarmoeder worden bevrucht om een zwangerschap op te wekken.

Wat is de folliculaire fase?

De folliculaire fase

De ‘folliculaire fase’ komt overeen met het eerste deel van de menstruatiecyclus en begint op de eerste dag van de menstruatie.
Dankzij de afscheiding door de hypofyse (klier ter hoogte van het brein) van een ‘follikelstimulerend hormoon’ met de naam ‘FSH’, worden meerdere onrijpe follikels die eicellen bevatten ‘gestimuleerd’ om te groeien.

Na ca. een week wordt de grootste follikel uitgekozen voor de eisprong. Dit wordt de dominante follikel genoemd. Onder invloed van het FSH-hormoon groeit deze follikel verder en scheidt hij steroïdehormonen (voornamelijk oestrogenen) af. Onder invloed van de oestrogenen dikt het baarmoederslijmvlies (endometrium) – dat tijdens de menstruatie in het begin van de cyclus werd afgebroken – opnieuw aan ter voorbereiding van een eventuele zwangerschap.

Daarnaast zorgen de oestrogenen voor een verhoogde slijmafscheiding ter hoogte van de baarmoederhals (baarmoederslijm), waardoor zaadcellen zich tijdens de vruchtbaarste periode van de vrouw (vlak voor de eisprong) beter kunnen voortbewegen.

Aan het eind van de folliculaire fase, rond de 14e dag, stoot de follikel die tot rijping komt een eicel (oöcyt) af, die de eierstok vervolgens verlaat om eventueel bevrucht te worden in de eileiders alvorens die in de baarmoeder terechtkomt. Dit heet de eisprong.

Wat is de menstruatiecyclus?

De menstruatiecyclus

Vanaf de pubertijd krijgen vrouwen menstruatiecycli om een eicel af te stoten (eisprong), die vervolgens kan worden bevrucht. De menstruatiecyclus volgt het ritme van de ongesteldheid (of menstruatie), die gemiddeld om de 28 dagen optreedt. De ongesteldheid duidt het begin van een nieuwe cyclus aan. De eerste dag van de ongesteldheid wordt als de eerste dag van de menstruatiecyclus (dag 1) beschouwd.
Gewoonlijk vindt de eisprong in de helft van de cyclus (rond de 14e dag) plaats. De eisprong vormt de overgang tussen het eerste deel van de cyclus, de ‘folliculaire fase’, en het tweede deel van de cyclus, hetzij de ‘luteale fase’.

Tijdens de folliculaire fase wordt de af te stoten eicel uitgekozen en voorbereid. Tijdens de luteale fase wordt de inplanting (of innesteling) van het embryo gewaarborgd, op voorwaarde dat de eicel door een zaadcel werd bevrucht.
Die twee fasen kenmerken zich door een specifieke hormonale verhouding, die vanuit het brein wordt aangestuurd.

Wat is de luteale fase?

Wat is de luteale fase?

De laatste fase van de menstruatiecyclus, de ‘luteale fase’ volgt op de eisprong. De gesprongen follikel op de eierstok gaat een ander hormoon produceren: progesteron.
Na de eisprong wordt de follikel een geel lichaam. De progesteron, die door het geel lichaam wordt afgescheiden, zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies wordt voorbereid op een eventuele inplanting van een embryo (dit fenomeen wordt innesteling genoemd).
Als er geen innesteling optreedt, wordt het geel lichaam afgebroken. Door de daling van de progesteronconcentratie wordt de volgende ongesteldheid opgewekt.